Greenwashing houdt in dat de marketingboodschap van een bedrijf niet strookt met zijn acties. Zo beweren bedrijven milieuvriendelijk te zijn, terwijl wat ze doen voor het milieu niet doeltreffend of verwaarloosbaar is in vergelijking met hun negatieve impact op de aarde.

Greenwashing is schadelijk want het ondermijnt het maken van geïnformeerde keuzes. Veel greenwashing is gericht op wat psychologen en reclamemakers kennen als cognitieve dissonantie-reductie. Het gaat om het neutraliseren van het twijfelende stemmetje in het hoofd dat vraagt: ‘kan dit eigenlijk nog wel?’ of ‘heb ik dit echt nodig?’. Met name bedrijven en sectoren met een hoog verbruik van energie en grondstoffen, maken zich er schuldig aan. Voorbeelden: de fast fashion, supermarkten en luchtvaart. Groene reclames geven zwaar vervuilende bedrijven een sociale licentie om in de huidige vorm te blijven voortbestaan – ook als er helemaal geen realistisch pad is naar verduurzaming. Dat kan ook invloed hebben op de verkiezingen voor het Europees Parlement.

Papier en karton hebben geregeld van doen met greenwashing. Partijen die zich willen profileren ten opzichte van papieren en kartonnen producten (digitale media, plastic verpakkingen etc.) gebruiken veelvuldig en onterecht de duurzaamheidskaart. Het Europese initiatief Two Sides verzet zich hiertegen en heeft in de afgelopen jaren vele misleidende anti-papier en -karton statements weten te verwijderen, simpelweg door bedrijven aan te spreken en overtuigen met feiten. Wil je hier meer over weten? Kijk op twosides.info.